Nadat moeder hertrouwde, werd het onroerend goed in 1879 op naam van de kinderen Brummel en Peter van den Esschert gezet. De boerderij, bestaande uit een huis, schuur – die eerder alleen op naam van Peter stond – en erf, groot 15 aren, werd nu M 2152.
In 1886 werd er een splitsing doorgevoerd, waarbij de boerderij M 2272 werd, groot 4 aren, terwijl de schuur nu nummer M 2273, groot 10 aren, kreeg.
De kinderen Brummel waren nu alleen eigenaar van de boerderij.
Er werd weer gesplitst, waarbij de boerderij nummer M 2415, groot 2,3 aren, op naam van de in 1857 geboren zoon Lambertus Brummel Lzn kwam te staan. Dit werd later weer ongedaan gemaakt en werden moeder Bibo en alle kinderen als eigenaren geregistreerd. De reden was dat Jannetje weer weduwe was geworden. Lambertus, Gerrit Jan, Elisabeth en Johanna Brummel waren na haar overlijden in 1890 elk voor een kwart eigenaar.
In 1896 werd de boedel verdeeld onder hen, waarna Lambertus als eigenaar in het kadaster werd geregistreerd. Hij trouwde in 1903 met Gerrigje Overbosch, dochter van Hermen Overbosch en Bartha Stegeman. Lambertus was overigens geen bakker geworden, maar landbouwer.
In 1938 stond de boerderij op naam van zes kinderen van het echtpaar Brummel-Overbosch, waaronder de oudste zoon Lambertus Herman Brummel, geboren 1904, die in 1939 trouwde met Neeltje van Westerveld, dochter van Jan van Westerveld en Maria Johanna Jonker. Na vaders overlijden in 1949 werd Neeltje van Westerveld geregistreerd als eigenares. Al kort daarna werd dat veranderd in Johan Jacob Brummel Lzn, de in 1911 geboren broer van Lambertus Herman.
Sorry, het is niet mogelijk om te reageren.