In 1801 verkocht Hendrica Wijnbergen, weduwe van Johannes Franken, een half huis met de halve hof en opgaande bomen, staande aan de Loobrink met als begrenzingen O: weg naar Klein Haverkamp, W: Geurt Knippenberg, Z: Gerrit Vorstelman en N: de Brink, voor 220 gulden aan haar broer en schoonzuster Jacob Wijnbergen & Aaltje Feyth. De kopers waren al in bezit van de wederhelft.
Broers en zus waren geboren in Vaasen en kinderen van Leenart Wijnbergen en Aartje Kroon. Waren hun ouders de bouwers van het huis? Dit is niet met zekerheid te zeggen, wel dat de grond onder het huis eigendom was van de Marke van Emst.
Jacob Wijnbergen overleed in 1831 en was volgens de akte metselaar van beroep geweest. Het huis had toen nummer 47 en werd eigendom van moeder en de zoon Albertus Leenart Wijnbergen. Hij was in 1813 te Epe getrouwd met Gerdina Ruijvekamp, dochter van Jannis Ruijvekamp en Gerritje Lansveld.
In het kadaster van 1832 werd de toen minderjarige zoon Jacobus Wijnbergen als eigenaar ingeschreven. Waar was vader gebleven; die overleed niet in Gelderland, terwijl moeder Gerritje in 1859 te Harderwijk stierf.
Jacobus trouwde 1847 in Barneveld met Elisabeth Wilhelmina Schut, dochter van Jan Karel Schut en Aaltje van Herwerden. Zij vestigden zich niet in Emst. De boerderij werd daarom verpacht. In 1858 was de pachter Gerrit Visch.
In dat jaar verkocht Jacobus, op dat moment koopman te Elburg een en ander uit de nalatenschap van zijn vader, Albertus Leonardus Wijnbergen, die koopman te Hattem zou zijn geweest.
De nieuwe eigenaar werd Hendrik Zwart, kleermaker. Hij vestigde in
1859 een hypotheek.
Na een hermeting in 1870 werd de boerderij nummer M 1548. Acht jaar later kwam er weer een nieuwe bezitter: Hendrik Jan Westerink.
Sorry, het is niet mogelijk om te reageren.