Coöperatieweg 5

Coöperatieweg 5

Coöperatieweg 5
M 572

Auteur:
Evert de Jonge

 

Inhoudsopgave:

    Inleiding

    De marke van Emst en Westendorp was zo groot dat er mini-buurtschapjes lagen, zoals de Lobrink, waar meerdere boerderijen relatief dicht bij elkaar stonden. Er woonden leden van onder andere de families Bos(ch), Brummel, Jonker, Van Laar, Vors(s)(t)elmannen en Van Emst.

    Coöperatieweg 5 SV-1
    Boerderij Coöperatieweg 5

    Hoppeneest

     

    In 1771 leenden Grietjen Cornelis van Emst, weduwe van Jan van der Heijde, en haar zoon Cornelis van der Heijde, geld bij Goossen Peters. Als onderpand diende hun huis met een hoppeneest, een hof en een hoppenhof met zijn opgaande bomen en holtgewas aan de Lobrink, met als begrenzing O: Jan Berents Koopman, Z+W: de gemeente (gemeenschappelijke brink) en N: Berent Hendriks, wever.

                                                                                                        HOPTEELT IN EMST

    Er werd vanaf de middeleeuwen op grote schaal hop geteeld in Emst, dat geleverd werd aan de vele brouwerijen in de omtrek. Na de oogst van de hopbellen dienden die droog bewaard te worden, dat gebeurde in hopeesten.

    Zie verder: E. de Jonge, Bierbrouwen op de Veluwe. Een reis door het heden en verleden van bier, hop en brouwerijen, Barneveld 2011

    Zes jaar later was de lening nog niet terugbetaald, reden om te verkopen. Moeder en zoon verkochten aan twee partijen: Goossen Peters & Hendrikje van Cleef (de geldleners) en Maas Peters & Egbertjen Brouwers.

    De nieuwe eigenaren zullen het als een geldbelegging hebben beschouwd, want zij gingen er niet wonen. Goossen exploiteerde een herberg in Gortel, en Maas boerde op ’t Hinkel.

    Vier jaar later werd het pand weer verkocht aan een smid.

    Smit aan de Lobrink

    In 1755 trouwden in Vaassen Willem Berents uit Nijbroek en Willempjen Hendriks uit Vaassen. Zij kregen vier kinderen: Hendrik, Willem, Jan en Hendrikje.

    Willem was smid van beroep geweest, zodat hij nog ruim voor de verplichte naam aanneming van 1811 er al een had. U raadt het al: Smit. Hij oefende zijn beroep uit in Epe, wellicht al in Emst. In 1780 kochten hij en zijn vrouw de boerderij, waar dan wellicht de hopeest omgebouwd werd tot smederij. Bij de aankoop hoorde ook een halve morgen hooiland in Emsterbroek. Voor huis en land betaalden zij 450 gld. De kinderen zouden evenals hun vader al voor 1811 de achternaam Smit gaan gebruiken: zoon Jan verhuisde later naar de Koeweg. Dochter Hendrikje Smit trouwde Aart Peters Jonker. Zij woonden in 1803 in de boerderij. In 1808 werd het pand verkocht.

    Bosch

    Gerrit Jans Bosch & Derkje Hermens Pander werden de nieuwe eigenaren. Zij waren in 1801 getrouwd in Epe. Hij was geboren in Olst, zij in Epe. Hun huwelijk bleef kinderloos. Zij overleed in 1816.

    In 1809 liet haar man in zijn testament vastleggen, dat hij Gerrit Aarts Bosch, zijn neef, tot universeel erfgenaam benoemde.

    Deze neef, zoon van Aart Bosch en Maria Brouwer, was in 1791 te Epe getrouwd met Hendrikje Lamberts, dochter van Lambert Jans en Aartje Jacobs Bosch. Zij overleed voor 1813, want in dat jaar zou Gerrit hertrouwen met Fennigje Berends van Emst.

    In 1815 werd de boedel gescheiden tussen Gerrit en zijn kinderen uit het eerste huwelijk. In de akte is te lezen, dat huisnummer 237 met een hof aan de Laarstraat en diverse stukken land aan vader werd verkocht voor 770 gld. (O370), die tevens deze boerderij met een perceel aan de Lobrink met 6 schepel in de Huuven van zijn kinderen overnam voor 725 gld.

    Waarom Gerrit uit de boedel de aandelen in maar liefst twee boerderijen overnam is niet duidelijk. Hij zal ze mogelijk alle twee verpacht hebben, want hij en zijn 2e vrouw wonden later in Hattem. In 1834 verkocht hij dit pand.

    Bomhof

    Niet voor het eerst komen we in de geschiedenis van onroerend goed Pieter Louis Berkhoff tegen. Hij werd de nieuwe eigenaar, maar verkocht het in 1840 weer door aan Jannes Bomhof. Deze zoon van Berend Bomhof en Anna Vosch was in 1826 te Epe getrouwd met Zwaantje Visch, dochter van Aart Dries Visch en Hermijntje Peters.

    Toen zij in 1855 overleed werd er een boedelinventaris opgemaakt door de weduwnaar en zijn kinderen.

    Na zijn overlijden stond dit pand op naam van zijn dochter Anna Catharina en de andere erfgenamen, die het in 1876 verkochten aan Derk Jan Neuteboom te Welsum. Hij zou het een jaar later alweer verkopen aan Albert Kasteel, papierfabrikant. Deze verbouwde het pand waarna het nummer veranderde in M 1947. Direct erna volgde de doorverkoop in 1878 aan Gerrit Vorselman Jacobsz.

    In 1894 registreerde het kadaster Dirkje Westerink als eigenaresse en een jaar later Gerrit Tellegen Karelsz. Tussendoor werd er nog een nieuw kadastraal nummer verstrekt wegens verandering in percelen: M 2571.

    De eigenaren buitelden over elkaar, want kort na hem werd – 1910 –

    Aart Bosch Evertsz eigenaar opgevolgd door Evert Bosch.

    Tiemens

    In 1912 registreerde het kadaster Harmen Jan Tiemens Harmensz als eigenaar. Hij was een zoon van Harmen Tiemens en Stijntje Roelofs. Op het moment van aankoop was hij als weduwnaar van Grada Vos en zo’n 76 jaar oud. Hij overleed in 1922.

    Zijn zoon Bartus Tiemens, wegwerker, in 1887 te Epe getrouwd met Gerritje Smit, dochter van Lammert Smit en Johanna Telgen, werd de nieuwe eigenaar.

    Er werd in zowel 1930 en 1932 gesloopt en verbouwd.  Gerritje overleed in die periode (1931.  Bartus volgde haar in 1946.

    Nadien was hun zoon Harmen Jan Tiemens, geboren 1906, getrouwd in 1936 met Epe met Willempje Vos, dochter van Willem Vos en Everdina Kamphuis, de opvolgende eigenaar. 

    In 1959 werd het pand verkocht aan hun zoon Gerrit Tiemens H. Janszn, timmerman.

     

    Bronnen

    HGA, Ar. Rekenkamer, invnr. 1383, fol. 232, 264.
    Streekarchief Epe, kadaster.
    Streekarchief Epe, ar. Notaris Tulleken, invnr. 762.

     

     

    Boerderijen en woonhuizen – Coöperatieweg

    Geen reactie's

    Sorry, het is niet mogelijk om te reageren.