Coöperatieweg 7

Coöperatieweg 7

Coöperatieweg 7
M 578

Auteur:
Evert de Jonge

 

Inhoudsopgave:

    Inleiding

    Er zijn sinds 1832 – de startdatum van het kadaster – heel wat huizen in Emst verrezen, maar er zijn ook verdwenen objecten. Tegenover Coöperatieweg 6 stond in 1832 een boerderij die in 1915 werd gesloopt. De geschiedenis leert dat deze boerderij zo’n 150 jaar heeft bestaan.

    Het verhaal start echter met de eigenaren van het perceel waar de boerderij in 18e eeuw op verrees.

    Cooperatieweg 7 sloop boerderij 1915-1
    Op deze plek stond ooit de boerderij Coöperatieweg 7

    Ponsteen

    Een van de oudste namen in Emst is Ponsteen; de naamgevers van het gelijknamige erf, dat al in de middeleeuwen werd genoemd. Aelt Ponsteen was een van de eersten in een lijn vanaf de 14e eeuw die doorliep tot in de 16e eeuw. Hij was een grootgrondbezitter. Een van de vele percelen waar hij tyns voor moest betalen kwam na hem in bezit van Andries Schuerman en daarna van diens weduwe en zijn zoon Aelt Andries Schuerman.

    Willem Aartsen volgde in het tynsregister op als betaler en daarna Teunis Willems, wonende in het Westenbroek (Nabij Bloemendaal). Deze verkocht circa 1680 het perceel aan Steven Wicherts, getrouwd met Maria Jans. Na hem was Jan Gerrits Spaan, metselaar, vanaf 1709 tynsbetaler. Hij had een dochter Jacobje, die getrouwd was met Claas Egberts Engbroek. Zij woonden aan de Achterenk. Hij werd in 1739 geregistreerd als opvolgend tynsbetaler. Zij stierven wellicht kinderloos, want Bartelt Jans Bossenbroek, getrouwd met Gerrigjen Gerrits Spaan, erfden zowel dit perceel als een huis aan de Achterenk. In 1755 werden Derk Jans aan de Emsterenk & Bartjen Peters eigenaren van het nog onbebouwde perceel.

    van Emst in Emst

    Het is merkwaardig, maar in Emst woonden al eeuwenlang lang personen die Van Emst heetten. Het is een herkomstnaam; dergelijke namen ontstonden meestal als een persoon naar elders vertrok en in zijn nieuwe woonplaats zijn vorige woonplaats als familienaam ging gebruiken.

    In Emst lag dat anders: de richter Lubbert van Emst, begin 14e eeuw, was een belangrijk man en heette zo omdat hij wellicht van een nog oudere Van Emst – de grondlegger van het buurtschap Emse – afstamde. Die woonde wellicht al een paar eeuwen eerder in Emst. De grote vraag is of allen die Van Emst heetten van deze personen i.c. Lubbert afstammen.

    Hoe dan ook Derk Jans aan de Emsterenk werd ook Derk Jans van Emst genoemd. Zijn vader was Jan Herms van Emst. Derk was in 1753 in Epe getrouwd met de al genoemde Bartjen Peters. Zij kenden elkaar van hun woonplek: De Emsterenk.

    Het echtpaar had een boerderij aan de Achterenk die zij in 1778 verkochten. Was dat omdat zij op perceel M 578 nieuwbouw hadden gepleegd? Hij overleed echter een jaar later, zij in 1783, zodat het de vraag blijft of zij de bouwers waren van M 578. We gaan nu naar degenen die met zekerheid op het perceel woonden.

    van Asselt

    Arent Jans van Asselt werd in 1778 de opvolgende tynsbetaler voor het perceel. Hij was geboren in Elspeet. In 1750 zou hij in Ede trouwen met Grietje van Galen. Na hun huwelijk woonden zij in zijn geboorteplaats Elspeet, waar een aantal kinderen werden geboren, waaronder Hendrik (1755). Mogelijk zag het echtpaar kansen op de net iets betere landbouwgrond van De Lobrink. Hoe men het perceel M 578 verwierf is onbekend; de verkoop werd niet geregistreerd. Het kan ook anders zijn. Mogelijk bouwde de Van Asselts het huis dat in tweeën werd gedeeld.

    Het huis moet dan voor 1781 zijn gebouwd, want in dat jaar werd Arend Jans voor één schoorsteen aangeslagen in het heerdstedenregister. Hij overleed in 1802; zij was toen al 5 jaar dood.

    Nu wordt het ingewikkeld. In 1795 kochten Anthonie Hendriks van den Vlekkert & Eva Jans Hartloper een half achterhuis met een aangrenzend half hof dat Paddegatshof werd genoemd, gelegen aan de Lobrink. De maar liefst 35 verkopers hadden het geërfd, alleen werd niet expliciet gezegd van wie. Onder de erfgenamen waren enkelen met de naam Van Emst, zodat verondersteld kan worden, dat zij familie waren van Derk Jan van Emst.

    Anthonie & Eva leenden voor de aankoop bij zijn broer Derk Hendriks van den Vlekkert.

    Terug naar Van Asselt. Na het overlijden van het echtpaar werd hun zoon Hendrik, die in 1789 te Epe met Cornelia Jacobs van Genderen uit Vaassen was getrouwd, eigenaar.

    Nog in het overlijdensjaar van vader werd de boerderij verkocht aan de bezitters van de andere helft Anthonie Hendriks van den Vlekkert & Eva Jans Hartloper.

    van den Vlekkert

    Anthonie en Eva waren beiden geboren in het ambt Epe. Hij was een Emstenaar, zij een dochter van Jan Hendriks, die de bijnaam hardloper had. Mogelijk was hij een zogenaamde lopende bode; een persoon die voor de autoriteiten boodschappen rond bracht.

    Zij waren in 1789 in Epe getrouwd en zouden een handvol kinderen krijgen waaronder Jan(nes).

    Twee jaar na hun aankoop kregen Anthonie en zijn vrouw onuitgenodigde gasten. In 1797 werden drie soldaten ingekwartierd. Zij waren niet de enigen, want in het hele ambt Epe kregen de inwoners daarmee te maken. Het zou er niet bij blijven, want in de Bataafs-Franse periode (1795-1813) trokken voortdurend soldaten door de Nederlanden. Toen in 1813 een inwonerslijst werd opgemaakt, werd Anthonie genoteerd als geboren in 1751 en van beroep landbouwer.

    Het echtpaar zou vanaf 1795 nog geregeld aankopen doen. In 1798 een schepel zaailand in de Kruithof en ¾ morgen hooiland in de Berenhorst,. In 1799 een schepel in de Dalakkers, twee schepel elders in Westendorp, twee schepel aan de Vaassenseweg. In 1802 een schepel aan de Vijgekamp; in 1804 1 ½ morgen aan het Lankmoes. In 1805 een mud zaailand in het Dwarsland; 1 ½ schepel in het Molletje; drie schepel in het Euland. In 1809 1 ½ schepel aan de Laarstraat, alles in Emst. In sommige toponiemen zijn straatnamen anno nu te herkennen.

    In 1811 bleek, dat zij ook nog via een erfenis een aandeel in de boerderij Het Wieltje hadden, dat verkocht werd.

    In 1827 werd het overlijden van Eva Jans (Hartloper) bij de gemeente Epe geregistreerd, waarbij als woonplek huisnummer 269 (dat moest 266 zijn) aan de Loobrink werd opgegeven. Een jaar later zou weduwnaar Anthonij en zijn kinderen Hendrik, Jan, Jannes, Petertje, Elisabeth en Janna de boerderij en het land veilen.

    In de akte d.d. 25-7-1828 werd gesproken van een huis en erf, nr. 266, aan de Lobrink, met als belending noord, oost en west de gemene weg en zuid Jan Derks van Emst.

    Koper was zijn zoon en hun broer Jan van de Vlekkert, die voor 1350 gulden eigenaar werd. Tevens werden nog diverse stukken land waaronder Het Paddegat op Emsterenk, groot 28 roeden verkocht.

    Kadaster

    Op het moment van aankoop was Jan getrouwd met Willemina Bijl. In het najaar van 1828 overleed zij. Zij liet een kind – Gerritje – achter.

    Toen in 1832 het kadaster geïntroduceerd werd, kwam de boerderij als M 578 op naam van Jan van den Vlekkert te staan. Deze was ondertussen in 1829 te Epe voor de tweede keer in het huwelijksbootje gestapt. De gelukkige was Trijntjen Weenink, dochter van Wolter Weenink en Trijntjen Elberts. Zij zouden acht kinderen krijgen.

    Jan overleed in 1869, waarna de enige dochter uit zijn eerste huwelijk, Gerritje van den Vlekkert, in het kadaster als eigenaar werd geregistreerd. Zij was in 1862 te Epe getrouwd met Gerrit Feith. In 1872 werd de boerderij verkocht.

    Broekhuis

    De nieuwe eigenaren waren Rijk Broekhuis & Janna van den Vlekkert. Laatst genoemde was een halfzuster van Gerritje. In 1866 was zij in Epe met Rijk getrouwd, zoon van Dries Broekhuis en Gerritje Vijge, dagloners. Zelf was Rijk klompenmaker.

    In 1877 werd het huis gesplitst en kreeg het een nieuw kadasternummer: M 1953. De reden is niet duidelijk.

    Rijk overleed in 1904, waarna Janna als weduwe in het kadaster als eigenaresse werd geregistreerd en na een boedelscheiding haar zoon Dries Broekhuis. Hij zou de boerderij in 1915 afbreken. De schuur werd gespaard.

     Het perceel werd toen weiland en dat werd in 1933 geruild met Frederik Vorstelman. Zijn dochter Jacoba was later eigenaresse van het weiland. De schuur moet omstreeks 1955 zijn gesloopt.

    Bronnen

    -Rechterlijk archief Veluwe en Veluwezoom, invnr. 919, fol. 3, 16vso en 244 vso.

    Streekarchief Epe-Hattem-Heerde:

    -Notarieel archief, invnr. 94, 1828, akte 55.

     
     

    Boerderijen en woonhuizen – Coöperatieweg

    Geen reactie's

    Sorry, het is niet mogelijk om te reageren.