In 1814 overleed Geertje Hendriks van Putten, vrouw van Jacob (Hendriks) Vorsselman. Een van de aangevers was buurman Aart Dries Visch. Dat was min of meer een gewoonte.
Het echtpaar Vorsselman – Van Putten trouwde in 1786 te Epe. Beiden kwamen uit de boerenstand. Mogelijk is, dat zij een stuk grond meekregen en in die tijd hun woning hebben laten bouwen. Voor Jacob was het zijn tweede huwelijk, Hij was drie jaar eerder (1783) getrouwd met Janna Tijmens Kamphuis, die echter al in het huwelijksjaar overleed aan de zogenaamde Rode loop (dysenterie).
Jacob overleed in 1826. Zijn kinderen Hendrik, Hendrikus, Janna (& Albertus Visch), Willem en Gerrit Vorsselman verkochten toen het woonhuis. Uit de omschrijving handelde het om een boerenerf, huis nr. 243, met een schuur, zaadberg en verder getimmer, met als naaste grondeigenaren de heer Grenfell (eigenaar Pijkerensgoed) en Aart Dries Visch. Bij de koop hoorden nog een aantal stukken grond in Westendorp en op de Emsterenk, namelijk: Koopmanskamp, de Keijzerije, Het Pusjen, Korteakkers, Het Grote Stuk, Gerrit Duitsakker, Enkkampje, Derksakker, een kampje aan het hof, De Delle en het Groenbosch.
Mijn conclusie is, dat Jacob met zijn 1e of 2e vrouw de woning lieten bouwen, dus globaal 1783-1786. Bewijzen kan ik het niet, maar zeker is dat indien buurman Visch in 1814 als buur aangifte van overlijden deed er een woning moet hebben gestaan.
Sorry, het is niet mogelijk om te reageren.