Geschiedenis van Emst

01 mrt Groeneweg 2

Geplaatst op 10:12h in Boerderijen en (oude) woonhuizen door admin 0 Reactie's

0 Likes

Groeneweg 2
M 599

Auteur:
Evert de Jonge

Inhoudsopgave:

Inleiding

Op de Loobrink woonden onder andere de families Grave en Vosselman (Vors(t)elman). Natuurlijk werd er onderling getrouwd.

Dat kan de reden voor de bouw van deze boerderij zijn geweest. Op wederzijds geërfde grond kun je snel bouwen. Zo’n nieuw gebouwd huis kan al snel weer vererven in een andere familie.

Stegeman

In 1832 registreerde het kadaster Gerrit Lammerts Vosselman, landeigenaar, als bezitter van deze boerderij. Samen met zijn vrouw, Gerritje Grave, bezat hij ook Coöperatieweg 6.

In 1840 werd er een inventaris van hun nalatenschap gemaakt door hun schoonzonen Jacob Vosselman, weduwnaar van Fennetje Vosselman en Lammert Stegeman, weduwnaar van Janna Vosselman.

De boerderij bleef in de boedel.

Pas in 1844 werd bij een tweede boedelscheiding deze boerderij toegedeeld aan Lammert Stegeman en zijn kinderen bij Janna Vosselman: Hermen, Gergjen, Gerharda en Anna Stegeman.

Daar bleef het niet bij. Later kwam de boerderij in bezit van de jongste dochter en haar man: Berend Bomhof & Anna Stegeman. Zij namen zowel in 1847 en 1855 geld op, waarna er een hypotheek werd gelegd.

Twee huizen

In 1857 werd de boerderij verkocht aan Peter Jonker Derksz. Ook hij nam geld op. Peter was een zoon van Derk Jonker en Jennigje Jans en trouwde in 1841 te Epe met Berendina van ’t Einde, dochter van Willem Derk van ’t Einde en Maria van Niersen.

In 1873 verkochten zij de boerderij aan hun in 1848 geboren zoon Willem Jonker, die echter drie jaar later overleed.

Kort daarna werd het verkocht aan Frederik van Schooten, koopman te Wenum. Nog in het aankoopjaar, 1876, werd de boerderij gesplitst in twee huizen met nieuwe nummers: M 1939 en M 1940. De eigenaar bleef in Wenum wonen en verhuurde het.

In 1885 werd Lammert van Essen Gzn. geregistreerd als de nieuwe eigenaar. Hij huwde dat jaar te Epe, als zoon van Gerrit van Essen en Gerrigjen van Laar met Egbarta Zwart, dochter van Hendrik Zwart en

Gerrigje Kieskamp.

In 1927 werd verkocht aan de zoon Lambertus van Essen Lambertsz. Dat was in zijn huwelijksjaar. Te Epe gaf hij het jawoord aan

Gerritdina Willemina van Huffelen, dochter van Lambert van Huffelen en Aaltje Veen. Zij zouden verbouwen in de periode 1928-1939, waarna weer sprake was van een huis: M 2978.

In 1978 werden Albert Schroten & Evertje Hermina Jonker eigenaren.