Kanaalweg 28

Kanaalweg 28

Kanaalweg 28 (Weteringsdijk 95)
K 122/K 342
Het Lankmoes

Auteur:
Evert de Jonge

Inhoudsopgave:

    Inleiding

    Het Lankmoes

    De naam Lankmoes dateert al van voor 1700. In de tynsregisters – waarin de betaling voor ontgonnen land werd geregistreerd – is in 1698 sprake van Willem Lubberts op ’t Lancmoes. Ook in de 18e eeuw werden enkele personen aangeduid als ‘op ’t Lancmoes’. Het handelde dan om Emstenaren die woonden in de omgeving van de latere boerderij.

    Hoe ontstond de naam? Ik denk dat de verklaring ligt in een lang veld vol met gewassen zoals bijvoorbeeld kool. Dat zal dan zijn naam hebben gegeven aan de boerderij die wellicht zo rond 1700 werd gebouwd.

     

    Land genaamd Lankmoes

    Omstreeks 1700 woonde er een echtpaar Jan Martens & Jentje Jans in Emst. Een van hun zonen, Hendrik Jansen, komen we hierna nog tegen. Mogelijk was vader Jan pachter op de Vlekkert, daar woonde toen ook nog een Jacob Martens die af en toe Van de Vlekkert werd genoemd. Vermoedelijk handelt het om twee broers.

    Na 1711 verdwijnt Jan Martens uit beeld. Of hij na het overlijden van zijn vrouw naar elders is vertrokken? Dan zal hij opnieuw getrouwd zijn en uit dat huwelijk een dochter, Grietje Jans, gekregen hebben. Met haar start het eigenlijke verhaal van de Lankmoes.

    Grietje keerde samen met haar eerste man Gerrit Reinders terug naar Emst. In 1763 kochten zij van de erfgenamen van Jacob Martens voor 250 gulden een weide, groot twee morgen (circa 1,9 ha.) bij Het Lankmoes, met als begrenzing: Oostwaarts de erfgenamen van Jan Gijsberts, Westwaarts het gemene (gemeenschappelijke) veld, Zuidwaarts Jan Berends Coopman en Noordwaarts de heer Jordens.

    N.B. Jacob had deze twee morgen zelf in 1751 gekocht van Roelof Riphagen.

    Mogelijk was deze aankoop, die pas in 1777 werd geregistreerd, bedoeld om de vlakbij gelegen boerderij (later Lankmoes dus), die voor de helft eigendom was van Grietje en haar man, beter te exploreren. Grietje, die na het overlijden van Gerrit, zou hertrouwen met Eijmbert Jacobs, maakte in 1767 met de voogden – waaronder Hendrik Jansen – van haar drie dochters een zogenaamd magescheid (erfdeling) op. Daarin werd duidelijk dat de andere helft van de door haar geëxploiteerde boerderij  eigendom was van haar broers Hendrik en Marten Jans. De laatste overleed nog voor 1777.

    In dat jaar zou Grietje samen met broer Hendrik en zuster Trijntje de erfenis van hun ouders en broer Marten – die tot dan toe in gemeenschappelijk bezit waren beheerd – verdelen. Grietje en Eijmbert, en de twee kinderen uit haar eerste huwelijk, kregen toen een huis en hof met een mud (circa ½ ha.) zaailand, bomen en houtgewas,(nu)  genaamd Het Lankmoes, gelegen in Emst langs de Griftdijk en erf ’t Hinkel. Van de eikenbomen op het erf kreeg broer Hendrik er zes van, maar die moest hij dan wel binnen twee jaar kappen.

     

    Boerderij genaamd Lankmoes

    Grietje was dus na de verdeling samen met man en kinderen volledig eigenaresse geworden van de boerderij die pas in de akte van 1777 Het Lankmoes werd genoemd. Kort nadat alles ‘in kannen en kruiken’ was overleed Eíjmbert. In augustus 1777 zag Grietje zich gedwongen een geldlening bij Cornelis van Haastenburg, schout van Voorst, aan te gaan voor 550 gulden. Als onderpand diende Het Lankmoes, dat nu met alle percelen die zij en de kinderen bezaten geschat werd op 10 schepel zaailand. Het in 1763 gekochte land was er ook nog. Grietje overleed in 1796; volgens het overlijdensregister heette ze toen Grietgen van ‘t Lankmoes

    Familienaam Lankmoes

    In 1769 werd Abraham Eijmberts, zoon van Grietje en Eijmbert, gedoopt. Hij zou de naam van de boerderij gaan gebruiken als familienaam. In 1811 liet hij toen, 45 jaar oud, dat ook officieel registreren in het register van naamsaanneming gemeente Epe. Hij was in 1795 te Epe getrouwd met Janna Wichers Bos en in 1820 eveneens te Epe in een tweede huwelijk met Maria Stegeman.

    Met zijn eerste vrouw verkocht hij in 1804 1,5 morgen weideland bij Het Lankmoes. De begrenzing maakte duidelijk dat het ging om het ooit door zijn moeder aangekochte weideland.

    In 1810 kocht het echtpaar een huis aan de Achterenk in Emst. Vermoedelijk is ergens tussen de genoemde data de boerderij Het Lankmoes in andere handen overgegaan. Ook kan het zijn dat de boerderij vervallen was en gesloopt is. Vermoedelijk stond de boerderij op sectie K 122, nabij de plek waar later Het Nieuwe Lankmoes stond.

    Wat hij precies heeft gedaan is niet duidelijk, maar Abraham werd opgesloten in de gevangenis van Leeuwarden, waar hij in 1830 overleed. Volgens de aangifte successiebelasting liet hij een half huis aan de Achterenk na, die in bezit kwam van zijn weduwe en hun zoon Geradus. Deze had geen nakomelingen zodat de familienaam uitstierf.

     

    De Nieuwe Lankmoes

    In 1829 werd door G.J. Vosselman een stuk grond verkocht aan Christiaan van Huffelen. Hij zou daarop circa 1840 een nieuw huis laten zetten. Op dit bezit leende hij in 1848 een som geld. Uit zijn huwelijk met Hendrika Bomhof werden meerdere kinderen geboren, onder andere Hendrik die in 1852 de boerderij overnam. Ook deze nam in 1854 geld op. De boerderij diende als onderpand en werd omschreven als een zogenaamde daghuurdersplaats  Het Lankmoes, bestaande uit huis, erf, enig bouw- en weiland, groot 1,59 hectare, kadastraal bekend als sectie K 122, 162, 342-343.

    In 1877 volgde een verbouwing en een nieuw kadasternummer: K 785.

    Hendrik was getrouwd met Johanna Huls. Er waren kinderen, maar die overleden jong of vertrokken naar elders. Na zijn overlijden hertrouwde zij in 1874 te Epe met Jan. Zij was toen 43 en hij 25 jaar oud. Ze kregen een dochter, maar die overleed nog voor haar moeders overlijden.  Johanna overleed januari 1900, waarna hij betrekkelijk kort erna hertrouwde met Mina van Putten.

    Jan en Mina lieten in 1907 een kookhuis bouwen; het geheel kreeg een nieuw nummer: K 1118. In 1930 werd er verbouwd; na sloop en herbouw weer een nieuw nummer: K 1422. Jan overleed in 1933, zij in 1940. Hun enig kind Hendrika Maria Sangers erfde de boerderij; zij trouwde 1926 met Gerrit Schuring.

    In 1970 volgde de verkoop aan het Ministerie van Verkeer en Waterstaat. De reden van de aankoop? De aanleg van de A50. Daarvoor moest ook het Nieuwe Lankmoes wijken.

    Bronnen

    HGA:
    Rechterlijk archief Veluwe en Veluwezoom, invnr. 913, fol. 107, idem 914, fol. 123-124, idem 915, fol. 133, 917, fol. 72vso-74, 86, idem 920, fol. 58vso.
     

    Boerderijen en woonhuizen – Kanaalweg

    Geen reactie's

    Sorry, het is niet mogelijk om te reageren.