Berend Jans (Smit) en zijn vrouw Maria Willems, die elkaar in 1782 het jawoord gaven, waren mogelijk de bouwers van dit pand. Maria was de dochter van Willem Berends, smid aan de Loobrink, en Willemtje Hendriks. Mogelijk dat haar man emplooi vond bij haar vader en zich later als zelfstandig smid vestigde op de Achterenk.
Zij overleden beiden vóór 1813, want toen hun al genoemde zoon Jan Berends Smit in dat jaar trouwde met zijn Teuntje – die in 1852 overleed – gaf hij aan dat hun aanwezigheid niet mogelijk was. In 1853 hertrouwde de toen 62-jarige Jan met Willempje Nijhof, die ruim 30 jaar jonger was. Dat was toen heel gewoon.
Na Jans overlijden in 1859 werd de boerderij verkocht aan Lammert Beekhuis, landbouwer, die ruim 20 jaar later het goed weer van de hand deed aan Jannes Hagen, eveneens landbouwer. Deze bleef een kwart eeuw eigenaar; in 1907 volgde verkoop aan Hendrik Dijkgraaf Mannesz, klompenmaker in Twello, die echter al na vier jaar er de brui aan gaf, waarna Lucas Veldhuis Dz. eigenaar werd. Mogelijk was hij een stroman, want al snel werd de boerderij doorverkocht aan Johannes Beekhuis Hermansz., landbouwer in Emst. Deze werd opgevolgd door zijn zoon Gerrit Beekhuis Johansz., die omstreeks 1926 een verbouwing liet doorvoeren. De boerderij werd later nog uitgebreid met een veeschuur. Gerrit trouwde met Margje Gerritsen; haar kwamen we al tegen bij de geschiedenis van ‘Huis Van Essen’.
Sorry, het is niet mogelijk om te reageren.