Laarstraat 11-13

Laarstraat 11-13

Oude woonplekken in Emst (III):
Boerderijen aan de Laarstraat

Auteur:
Evert de Jonge

Publicatie:
Verschenen in Ampt Epe 205 / december 2015

Inhoudsopgave:

    Inleiding

    In de vorige aflevering arriveerden we bij de verdwenen boerderij Den Begbergen op de Laarstraat. We gaan nu rechtsaf, dus richting de Eperweg. Links passeren we een boerderij die niet oud lijkt, maar mogelijk op de plek staat van een oudere boerderij: De Otterweert. Deze werd al in de achttiende eeuw genoemd, terwijl de laatste vermelding uit het begin van de negentiende eeuw stamt. Het huis zal voor 1832 afgebroken zijn. Even verder, in de bocht, vervolgen we onze route door op de splitsing Laarstraat/Korte Laarstraat links aan te houden om te arriveren bij een boerderij met een jaaranker uit 1738.

    Laarstraat 11-13
    Laarstraat 11-13

    Laarstraat 11-13

    Wie de stichters van deze oude boerderij zijn, blijft een vraag. Met zekerheid woonde het echtpaar Jacob Willems Pijkeren, geboren in 1775, die zowel boer als karman was, en de twaalf jaar oudere Teuntje Slijkhuis vanaf ongeveer 1800 op de boerderij. Hij was een zoon van Gerrit Jacobs Pijkeren, geboren omstreeks 1740, die getrouwd was met Grietje Jacobs van Emst. Dit echtpaar woonde op de Hoge Wueste. Teuntje Slijkhuis, geboren omstreeks 1763, was een dochter van Teunis Slijkhuis en Gerrigje Feith. Of haar ouders de boerderij voor 1800 in bezit hadden, is niet te achterhalen.

    Het register van grondeigenaren Epe (1809) noemt Jacob Willems Pijkeren enkele keren. Hij bezat in Westendorp en de Laarstraat circa 2300 roeden grond, waaronder enkele bosjes. In 1830 overleed zijn vrouw als wonende in de buurtschap Laarstraat. Hij volgde haar een jaar later.

    In 1832, de aanvang van het kadaster, was de boerderij (sectie O 375) eigendom van de erven Jacob Willems Pijkeren. Het huis en erf besloegen een oppervlakte van 9,40 aren, terwijl het totale landbezit – voornamelijk op de Emsterenk gelegen – ongeveer 10 ha bedroeg.

    Pas in 1843 zouden de kinderen de boedel scheiden, waarna Gerrit Pijkeren JWzn, toen 37 jaar oud, en zijn vrouw (en verre nicht) Grietje Pijkeren, eigenaars werden. Het echtpaar trouwde te Epe in 1832; zij was de dochter van Gerrit Pijkeren en Hermanna Rozendal. Zij kregen vijf zonen (Jacob Willem, Jacob, Gerrit, Teunis en Herman) en een dochter Hermanna. Grietje overleed in 1873, 64 jaar oud, waarna Gerrit nog 14 jaar alleen bleef. Op 6 januari 1887 overleed hij op de boerderij.

    In 1877 werd er verbouwd. Werd misschien toen het eerste bakhuis gebouwd waar Gerrit in ging wonen?

    Van de vijf zonen trouwden alleen Gerrit en Teunis, de eerste met Janna van Zuuk. Zij woonden mogelijk elders in Wissel en kregen zeven kinderen: Grietje, Jan, Gerrit Jacob, Aart, Gerritje, Jacob Willem en Hermannus. De oudste dochter zou tot het overlijden van haar ouders bij hen blijven wonen, maar de oudste zoon Jan, geboren in 1867, vertrok later weer naar de boerderij om het landbouwbedrijf van zijn grootvader voort te zetten. In die periode werd het bakhuis weer bij de woning gevoegd (O 1911). Het adres was toen Laarstraat E 239.

    BRAND, BRAND, BRAND


    De huidige bewoner, Jan Pijkeren, vertelde ons bij een bezoek het volgende: ‘Toen mijn grootvader Jan ongeveer acht jaar oud was, brandde de boerderij af. Het verhaal gaat dat zijn moeder aan het melken was en een vreemd geluid hoorde. Op een bepaald moment liep ze naar buiten om te kijken waar het geluid vandaan kwam. Pas toen merkte ze dat het (rieten) dak in brand stond. Het huis was helaas niet meer te redden. Alleen de muren en een balk - die nu nog deels zwart is - werden gespaard. De boerderij is toen opnieuw opgebouwd, waarbij delen van de muren opnieuw zijn opgemetseld. Daarmee is het verhaal niet compleet, want op haar sterfbed biechtte een buurtgenoot op dat zij indertijd ‘een vurig kooltje onder het dak heeft gelegd’. Kortom: brandstichting. Om welke reden? Dat is onbekend.’

    Jan trouwde met Jannetje van Zuuk. Het echtpaar kreeg drie kinderen: Janna Gerritje, Willemina Johanna en Gerrit. Gerrit, geboren in 1903, volgde zijn vader op en trad in het huwelijk met Johanna Aleida Bosch, eveneens in 1903 geboren. Van Gerrit Pijkeren Jzn. zijn enkele bouwaanvragen bewaard gebleven: de bouw van een kippenhok (1939), herbouw van de wagenschuur (1949) en bouw van een kuikenhok (1951).

    In 1938 kregen Gerrit en Johanna een zoon Jan. Deze zou in 1971 nog een veldloods bouwen en in 1975 het rieten dak vervangen door blauwe onduline golfplaten, mode voor die tijd. Nog in de twintigste eeuw werd het bakhuis verbouwd (Laarstraat 11).

    Fotogallerij

    Klik op een foto om deze te vergroten
    Laarstraat 11-13
    Laarstraat 11-13
    Laarstraat 11-13 - muuranker
    Een deel van de boedelscheiding uit 1843 (scans van de drie akten): Gerrit Pijkeren Jacob Willemszoon krijgt de boerderij aan de Laarstraat; zijn nakomelingen wonen er nog steeds. Zowel hij als zijn zuster had aan de Emster dorpsschool leren schrijven, zo blijkt uit hun handtekening. (Bron: notariële archieven Epe).
    boedelscheiding Laarstraat 11-13
    Een deel van de boedelscheiding uit 1843 (scans van de drie akten): Gerrit Pijkeren Jacob Willemszoon krijgt de boerderij aan de Laarstraat; zijn nakomelingen wonen er nog steeds. Zowel hij als zijn zuster had aan de Emster dorpsschool leren schrijven, zo blijkt uit hun handtekening. (Bron: notariële archieven Epe).
    Ondertekening akte
    Ondertekening akte
    Achtergevel met inscripties van de familie Pijkeren
    De achtergevel staat vol met inscripties van de familie Pijkeren. IWP staat voor Jacob Willem Pijkeren. Hij zal de zoon van Gerrit Pijkeren zijn geweest. (Foto’s: Henk Kloezeman)
    Achtergevel met inscripties van de familie Pijkeren
    De achtergevel staat vol met inscripties van de familie Pijkeren. IWP staat voor Jacob Willem Pijkeren. Hij zal de zoon van Gerrit Pijkeren zijn geweest. (Foto’s: Henk Kloezeman)
    Geen reactie's

    Sorry, het is niet mogelijk om te reageren.