Laarstraat 16

Laarstraat 16

Laarstraat 16
O 370

Auteur:
Evert de Jonge

Inhoudsopgave:

    Inleiding

    Boerderijen werden geërfd, gekocht of gebouwd. Dit pand werd geërfd.

    Bosch erft van Bosch

    In 1809 vermaakte Gerrit Jans Bosch aan zijn neef Gerrit Aarts Bosch, zijn bezittingen. Hij lag op dat moment ziek op bed, zodat de schout en twee geërfden (in feite getuigen) bij hem thuis kwamen om het testament op te maken.

    Laarstraat 16
    HGA, RAV, invnr. 921, fol. 138 .e.v: uitsnede uit het testament, 1809.

    Gerrit Jans Bosch overleed in 1810 waarna zijn neef, die samen met zijn vrouw Hendrika Lamberts aan de Lobrink woonde in bezit kwam van een 2e boerderij.

    Op 6-9-1813 verschenen voor de notaris in Epe: Gerrit Aarts Bosch, weduwnaar van Hendrika Lamberts, zijn minderjarige dochter Johanna, Pieter Louis Berkhoff & Aaltje Bosch en Heijmen Kamphuis & Maria Bosch. Zij verklaarden dat de boerderij, genummerd huisnummer 237, zonder de kamer, aan de Laarstraat, voor 6 jaar aan Jannes Berends Kleverwal & Janna Herms Palmhof, hadden verpacht.

    Een jaar later kwamen vader en zijn kinderen + aanhang overeen dat Gerrit alleen eigenaar zou worden. Tevens droegen zij hun aandeel in 6 schepel land in de Huuven over voor een bedrag van 725 gulden. Nog hetzelfde jaar verkocht vader Bosch aan Elbert van Essen de boerderij die omschreven werd als een daghuurdersplaatsje, nummer 237 met 5 mud zaailand en houtgewas aan de Laarstraat voor 1100 gulden.

    Wisselingen

    In 1832 werd Elbert als Egbert van Essen in het kadaster als eigenaar geregistreerd. Omstreeks 1860 zal deze de boerderij verkocht hebben aan Jacob Brummel, die in 1853 getrouwd was als zoon van Timen Brummel en Egbertje van Tongeren met Jannetje Visch, dochter van Hendrik Visch en Elisabeth Smeenk.

    Zij boerden er niet lang, want in 1862 werd Hendrik van Vemde in het kadaster geregistreerd als eigenaar.

    Omstreeks 1896 verkocht hij de boerderij aan Gerrit van Loenen Evertsz. In 1896 werd er verbouwd en in 1897 een deel gesloopt.

    Gerrit van Loenen was een zoon van Evert van Loenen en Gerritje van Putten en trouwde in 1896 te Epe met Leentje Jonker, dochter van Hendrik Jonker en Gerritje Bosch.

    Zij zouden er lang wonen. Gerrit overleed in 1956, zij was toen al dertien jaar dood.

    Een van hun kinderen zou de boerderij erven.

    Tellegen

    In 1920 trouwde hun dochter Gerritje van Loenen met Hendrik Tellegen, zoon van Gerrit Tellegen en Hendrika Steenvoort. Na het overlijden van zijn schoonvader registreerde het kadaster hem als eigenaar. Dat gebeurde na een boedelscheiding tussen de kinderen Van Loenen.

    In 1969 werd Gerrit Tellegen, geboren in 1920, & Klasina Severs, in het kadaster als eigenaren geregistreerd. Vanaf 1985 stond het op naam van Hermina Johanna Veldhuis, geboren in 1931, weduwe van Hendrikus Tellegen.

    Bronnen:

    HGA:
    -Rechterlijk archief Veluwe en Veluwezoom, invnr. 921, fol. 138.
    Streekarchief Epe:
    -Notarieel archief, invnr. 713-714.
    -Kadaster.
    Geen reactie's

    Sorry, het is niet mogelijk om te reageren.