29 okt Landgoed Vossenbroek 2
Oude woonplekken in Emst (VIII-2)
Landgoed Vossenbroek
Vossenbroek 2
Auteur:
Evert de Jonge
Publicatie:
Verschenen in Ampt Epe 220, december 2018
Inhoudsopgave:
Herenhuis Vossenbroek
Uit de advertentie van de weduwe Vos (Oprechte Haarlemse Courant, 10-3-1808) bleek dat er nu sprake was van ‘Het BUITENGOED VOSSENBROEK, (…) bestaande in een modern Heeren Huis, Hof, Schuur en Wandelingen.’ Je kon je dus vermaken op eigen terrein.
Het echtpaar Vos moet de bouwer van het herenhuis zijn geweest. Was de oorspronkelijke boerenwoning uitgebouwd? Dat blijkt niet het geval te zijn, want een latere advertentie toont aan dat deze nog bestond.
Hoe zag het ‘moderne’ herenhuis eruit? Een verkoopakte gaf duidelijkheid (6 juli 1817). Een korte samenvatting:
De executeurs-testamentair van de boedel van wijlen Teunis Vos, burgemeester van Elburg, en zijn vrouw Suzanna Grada Alpherts – de laatste overleden te Harderwijk op 8 augustus 1816 -, en de kinderen (Mr. Gerrit Vos te Epe; Gerharda Vos, getrouwd met Harmen Boon, schipper, wonende Elburg; Alphert Jan Vos, wonende Elburg; Mr. Alphert Alpherts, voogd over Willem Anton Vos) laten veilen een perceel genaamd Vossenbroek.
Omschrijving: Een buitenverblijf, het Vossenbroek genaamd, bestaande in een herenhuis waarin drie benedenkamers, keuken en washuis, bovenkamers, huisnummer 253, met een grote hof voorzien met vruchtbomen, voorts een tuinhuis aan de Grift. Dan nog een boerenwoning, huisnummer 254, schuur, berg en watermolen met 59 morgen weiland of hooiland, 4 morgen bos, 3 morgen zaailand, met opgaand hout en boomgewas, gelegen aan de Grift, gemeente Epe, kanton Vaassen.
Het was dus een kloek herenhuis van twee verdiepingen met waarschijnlijk een pannendak. Mogelijk leek het op het nog bestaande huis Oosterhof aan de Deventerstraat in Vaassen. Over de molen werd niet gesproken. Die was in verval.
De nieuwe eigenaar werd Sebastiaan Albert van Naamen, gepensioneerd militair, wonende op Huize Rijsselt bij Zutphen. Voor 4350 gulden kocht hij het landgoed voor zijn zoon. Op 28 februari 1818 vond de overdracht plaats, waarna Sebastiaans zoon (Johannes Sebastiaan van Naamen, wonende te Amsterdam) eigenaar werd. De omschrijving week niet af van de akte uit 1817, maar bij de koop hoorden twee stukken hout, geschikt als molenroeden, en een stuk hout, geschikt voor een molenas, alles liggende in Elburg. Daarmee kon de molen worden hersteld.
Vader Van Naamen had nog een slotopmerking. Hij bepaalde dat hij tien jaar lang het recht op terugkoop behield en dat zoonlief goed onderhoud diende te plegen. Dat knoopte Johannes in zijn oren en hij stelde een opzichter aan in de persoon van Tijmen Kamphuis. Deze zou geregeld gras op maar liefst 43 percelen namens zijn landheer te koop aanbieden. Van Naamen sr. zou de tien jaar niet volmaken, want hij overleed in 1822 op Huize Vossenbroek. (Opregte Haarlemsche Courant, 11-5-1822)
Al veertien dagen later ging junior tot actie over. Via de krant liet hij weten dat alle eventuele schuldeisers zich dienden te melden (Arnhemsche Courant, 28-5-1822).
Was hij toch niet happy op Vossenbroek? Op 8 juli 1823 werd door mr. S.J. van Naamen van Eemnes na een veiling het landgoed Het Vossenbroek voor 6419 gulden verkocht aan Reinder Albert Lodewijk baron d’Isendoorn à Blois. Het landgoed bestond uit een herenhuis (huisnummer 253), een boerenwoning (huisnummer 254), een watermolen en 51 bunder weide- of hooiland, nog een bos van 4 morgen en 3 morgen zaai- of bouwland. De nieuwe eigenaar was de jongere broer van de kasteelheer op de Cannenburch. Reinder A. L. van Isendoorn bewoonde zelf het Haackshuis in het dorp Vaassen. Noch hij noch zijn oudere broer was niet echt actief in de landbouw, maar zij moedigden wel ontginningen aan. Was het nieuwe doel nu van het Vossenbroek een aantrekkelijker landbouwgebied te maken?
In 1856 overleed de ongetrouwde Reinder A.L., waarna Het Vossenbroek vererfde op zijn broer Frederik Carel Theodoor baron d’Isendoorn à Blois, die negen jaar later zonder nakomelingen de ogen sloot. Na het nodige geharrewar werden zijn bezittingen in het openbaar verkocht.
Uit de advertentie hiernaast (Apeldoornsche Courant, 18 november 1871) werd duidelijk dat het herenhuis al gesloopt was. Mogelijk dat de stenen gebruikt werden om de drie boerderijen te bouwen.
Plaatsbepaling
In het kadaster van 1832 was Reinder Albert Lodewijk baron d’Isendoorn à Blois eigenaar van diverse landerijen in het Vossenbroek, maar ook van een huis, schuur en erf (sectie M 399), een schuur en erf (M 392) en een poldermolen en erf (M 361). Voor het huis diende hij 21 gulden grondbelasting te betalen – een relatief hoge aanslag. Dit moet het herenhuis zijn geweest. Het lag aan een allee die vanaf de Grift westelijk naar de ‘doorgaande’ weg vanaf Zuuk richting de Lobrink liep. Was M 392 een overblijfsel van de boerenwoning die in diverse advertenties genoemd werd?
Kadasterkaart
Via de website van het Kadaster (Topotijdreis) is na te gaan waar het herenhuis moet hebben gestaan. Dit was aan de Vossenbroekweg, thans een doodlopende weg tussen de A50 en de Grift/Griftkanaal. Op deze plek is nu dus een ruïne van een vervallen boerderij te vinden. Met het verdwijnen van deze ruïne zal de laatste herinnering aan het landgoed Vossenbroek verdwijnen.
Sorry, het is niet mogelijk om te reageren.