Volgens het tynsregister was er in 1628 toestemming verleend door de Gelderse Rekenkamer (Domeinen) om een stukje woest liggende grond te ontginnen. Nadien betaalde Jan Alberts en daarna Hermen Berents Bavelman tyns voor het gebruik van het perceel, groot 2,5 schepel met daarop een ‘huisken in Westendorp gelegen’. Volgens het register werd Jan Egberts te Westendorp door huwelijk eigenaar. Daarna zou Dries Jansen Prijs het kopen, later stond de tyns op naam van zijn zoon Jan Driesen Prijs.
In 1719 werd Jan Peters aan de Laarstraat genoteerd als betaler voor de tyns. Hij was getrouwd met Magteltien Hendrix. Zij was eerder getrouwd met Jan Driesen Prijs en na diens overlijden dus getrouwd met Jan Peters.
In het zogenaamde register van bezwaar (hypotheken), ambt Epe, 1675-1733, bevat een akte anno 1720 die meer inzicht geeft over deze boerderij.
In dat jaar leende het echtpaar, samen met de 5 kinderen van Jan Driesen Prijs, geld om vervolgens een hypotheek op de boerderij te leggen ten gunste van Egbert Pietersen Douw.
Volgens de omschrijving handelde het om een half huis, hof, met zaailand genaamd de Bonerije. De andere helft van de boerderij was toen bezit van andere kinderen Prijs.
Ook in 1724 werd er weer geld geleend, nu bij Margaretha Douw; een lening die we nog tegen zullen komen.
Jan Peters overleed voor 1749, want in het dat jaar werd er ten behoeve van de belasting op schoorstenen een huizenlijst gemaakt. Zij woonde er als weduwe, al waren de kinderen, waaronder Jan Jans Prijs en Claas Jansen Prijs, mede-eigenaren.
In 1753 leenden zij 500 gulden met het huis en hof, gelegen aan de Laartstraat, met onder andere De Bonerije en nog land in de Otterweerd.
In de akte werd vermeld dat er al een hypotheek in 1724 was gevestigd ten behoeve van Margaretha Douw.
Sorry, het is niet mogelijk om te reageren.