De bouw van een kerk leidde tot onderwijs en dat hield in dat in de middeleeuwen de kinderen in Emst naar Epe moesten lopen daar onderwezen te worden. Meestal was de koster van de kerk, die ook doodgraver en voorzanger was, tevens onderwijzer. Men noemde zo iemand custos.
De custos zag er nauwlettend op toe dat de kinderen van het dorp en de omliggende buurtschappen bij hem in de klas zaten, maar geregeld kreeg hij te maken met zogenaamde bijscholen. Daar werd dan les gegeven door een persoon die meer als oppas functioneerde; wel zo gemakkelijk als het ver lopen was naar de dorpsschool. Ook in Emst ontstond een bijschool (bijschool van Emst). Het stichtingsjaar is onbekend, maar in het enige overgebleven markeboek van de Marke van Emst en Westendorpwordt de bijschool al genoemd in 1775.
Aan de Vaassenseweg te Emst, tegenover de kerk, staan tussen de Hanendorperweg en Versluis Meermarkt enkele twee-onder-een-kapwoningen. Voordat deze woningen gebouwd werden, stond
Gosling Wilhelmus Putto werd op 29 november 1831 te Deventer geboren als zoon van Gosling Wilhelmus Putto, van beroep schoenmaker, en Frederika de Graaf. Putto was de opvolger van