Van koren tot brood

Van koren tot brood

Van koren tot brood

Auteur: Henk Kloezeman
Publicatie: Verschenen in Ampt Epe 169, december 2008

Inleiding

In mei 1855 werd er in Emst een wind­molen gebouwd; deze kreeg de naam ‘De Leeuw’. Op­dracht­ge­ver voor de bouw was de heer Aart Witteveen, geboren 13 maart 1820 en overleden 26 juni 1896. Aart was gehuwd met Ger­rit­je Nijland (over­leden 13 sep­tem­ber 1899).

Aart werd als molenaar opge­volgd door Hendrik Wage­naar, en deze op zijn beurt door zijn zoon Gerrit Reinder Wage­naar, geboren 1 september 1859.

Gerrit Reinder kwam uit Dok­kum (Friesland), waar hij han­de­laar in oud ijzer was. Hij was gehuwd met Derkje Dem­mink, geboren te Hoog Keppel bij Hum­melo. Hij over­leed op 8 januari 1893. Na het overlijden van haar man verhuisde Derkje op 1 maart 1893 terug naar haar geboorteplaats.

Op 25 mei 1889 werd de molen tij­dens noodweer door de blik­sem getroffen en brandde volle­dig af. Op dat moment was er niemand in de molen aanwezig. Tijdens deze brand ging veel graan verloren. Molenaar Wage­naar moest lijd­zaam toezien hoe de molen door het hemelvuur werd verwoest: water om het vuur te blussen was er niet.  Alles was verzekerd, waardoor de financiële schade be­perkt bleef.

In 1898 vond herbouw plaats van de molen: er was een molen aan­ge­kocht bij Van Gelder en Zonen te Wormerveer. Deze heette ‘De Eendracht’ en had negen jaar in de opslag gelegen, voordat hij in Emst werd opgebouwd.

De heer J. Huisman Wzn. van Zaandijk, toentertijd reiziger en koopman, was in Emst geweest en wist te bewerkstelligen dat de molen, die overbodig was in de Zaanstreek, aangekocht kon wor­den voor negenhonderd gulden.

Gelukkig was de heer Huisman zo handig geweest een koop­briefje op te stel­len, anders was de koop alleen mondeling be­spro­ken en niet door­gegaan.

Toen de verkoper, die de molen had gekocht van Van Gelder, hoor­de wat er met de mo­len ge­beu­ren zou, wil­de hij meer geld heb­ben dan was over­een­gekomen, of­schoon er al behoor­lijk wat winst op zat. Voor 105 gul­den werd de molen door schip­per W. de Goede met het schip Vrouw Alberia naar Emst ge­bracht. Het gaan­de werk in de molen werd per spoor naar Emst ver­voerd.

Emster korenmolen aan de Molenweg
Emster korenmolen aan de Molenweg

De Een­dracht werd op­ge­bouwd op de plek van De Leeuw. Men begon met de weder­opbouw op 28 juni 1898 en op 19 oktober van datzelfde jaar werd de eerste boekweit gema­len. De eerste mo­le­naars waren Wagenaar en Dem­mink. De laat­ste werd opgevolgd door Wou­ter Bomas, die bij de molen een schuur had ingericht als bakkerij.

In 1909 werd H. de Graaf mole­naar. Na hem kwam zijn zoon Jan de Graaf, die Piet van de Veer als hulp in dienst had. Deze Piet kwam uit het wes­ten des lands en was molenaars­knecht op de molen. In 1921 werd de molen van Jan de Graaf aange­kocht door de Coöperatie Vaas­sen-Emst.

In een artikel uit 1935 lezen we over de verkoop van de bouw­val­lige molen te Emst. Ac­ties om de molen te behouden hielpen niet: er was geen geld.  In 1940 draaide de molen voor het laatst ; in 1942 werd de molen gesloopt. Van het sloop­hout werden plan­ken ge­zaagd, die gebruikt wer­den voor de fabricage van uit de oor­logsjaren bekende rog­ge­molen­tjes, waar particulieren zelf rogge mee kon­den malen.

Als je vanuit de Molenweg naar de Hoofdweg gaat, staat links de molenaarswoning van De Graaf, en rechts het huis waar de fami­lie Ketel woonde (nu Hoofd­weg 72). Piet van de Veer trouwde met dochter Anne Ketel. Zij gin­gen hier wonen, begonnen met een bakkerij: het bakken van brood en rogge­brood.

Doordat Van de Veer geen op­volger had, verkocht hij de bak­kerij en winkel op 1 november 1946 aan Willem Johan Stege­man uit de buurt­schap Vemde bij Epe.

Willem was op 22 juni 1939 ge­huwd met Egizabettha Gerrit­dina Stormink van boerderij De Kappert van de Weteringdijk te Oene. Uit dit huwelijk werden drie kinderen geboren: twee dochters en een zoon (Aartje, Dinie en Jaap).

Winkel van Piet van de Veer
De winkel van Piet van de Veer (rond 1929). Rechts Piet en Anne, links hun dochters.

De oven van de bak­ke­rij werd ge­­stookt met ‘rieze­hout’ 1), later met oliestook. In de nach­telijke uren was het er lekker warm en er was een heer­lij­ke baklucht.

In 1955 kwam er een nieuwe oven, die ge­stookt werd op bri­ket­ten. De briketten wer­den gele­verd door de lokale kolen­hande­la­ren. Om de beurt Tel­le­gen en Tiemens.

In 1956 werd de winkel ver­bouwd en vergroot. Naast brood ging men ook taarten en koeken bak­ken, met versiering. Als er in de nacht brood ge­bak­ken was, werd de bakplaat wel eens bui­ten op de pomp gezet om af te koelen. Daarbij werd de bak­plaat goed in de gaten ge­houden, maar toch waren er soms broden ver­dwe­nen.

In de winter, als het koud was, kwa­men de plaatselijke politie­agen­ten wel eens aan om zich te warmen, een broodje te eten en een praatje te maken, voordat zij weer op de fiets ver­der gingen met hun dienst. De rijks­politie­agenten in Emst waren de heren Reedijk, Van de Werf en Van Malkenhorst.

In de jaren ’50 van de vori­ge eeuw werden bij bakker Ste­­ge­man ook ver­wer­pings­avonden ge­­­or­­gani­seerd, met on­der andere sjoelen, ring­werpen en der­ge­­lij­ke. De winnaars gingen naar huis met cake, taart of een kren­ten­brood. In een tijd dat er nog geen tv was, werd reik­hal­zend uitge­keken naar deze avon­­­den in de donkere janu­­a­ri­maanden.

Stegeman in de winkel
Mevrouw Stegeman aan het afwegen

In 1964 ging de bak­kersoven over op aard­gas. In 1968 was er weer een verbouwing: de winkel moest nog groter, zodat mensen zelf beter de artikelen konden pakken. In de winkel stond me­vrouw Stegeman, die de klanten nog hielp; ze had ook vaak hulp van de dochters en schoon­dochter. Ook in de bakkerij was hulp, want ‘s nachts bakken en over­dag venten naar de klanten ging niet samen. Hierbij had men hulp op zaterdag van de heer Jon­ker en door de week van de heer Wolter van Huffelen.

In het begin werden alle bestel­lingen op de fiets bezorgd. Later, in de jaren ‘60, gebeurde dit met de auto. In 1954 werkte Wolter van Huffelen bij bakkerij Jannes van Raalte iets verderop aan de Hoofdweg, waar nu Res­tau­rant Gerrits is gevestigd. Doordat Ste­ge­man Van Raalte uitkocht voor ven­ten van brood in de wijk, ging ook Wolter van Huf­fe­len over naar bakkerij Stegeman.

In de strenge winter van 1962/63 wa­ren de wegen dicht­ge­sneeuwd. Met een landbouw­trac­tor bracht Wolter van Huffelen toen het brood rond, om­dat dit met de auto onmoge­lijk was.  Ande­ren die in dienst zijn geweest bij bakkerij Stege­man zijn: Dirk Jan Vos­sel­man, Bob Schaap, Dirk Jan Vijge, Gerrit van Zanten, Jans Wagen­voort, Klaas Meijer en Roel Roe­lofs.

In 1965 kwam zoon Jaap in het bedrijf. Hij had de bakkersschool afgerond en ging helpen in de bakkerij. De tijden veranderden. Er kwam meer vraag naar luxe broodjes en gebak. De winkel moest weer in een modern jasje gestoken worden. Men was aan­ge­sloten bij inkoop­orga­ni­satie En­ka­be, je kon niet meer als klein win­keltje verder gaan. Bakker Wil­lem Stegeman over­leed op 27 april 1971. Zoon Jaap was inmid­dels uit het bedrijf gestapt en had het bakkersvak vaarwel gezegd. Door­dat er geen opvol­ger meer was en de super­mark­ten steeds meer oprukten, ging de deur op 1 novem­ber 1971 dicht.

Thans is de winkel verbouwd tot woon­huis en woont dochter Dinie hier. Zij is gehuwd met Mannes van der Ziel.

De bakkerswinkel
De bakkerswinkel
Brood bezorgen in 1963
Ook de broodbezorging veranderde in de loop der jaren: van de bakfiets werd overgestapt op de auto.

Bronnen

Mevr. Dinie van der Ziel-Stege­man
Henk Kloezeman, priv­é-archief Emst
Met medewerking van gemeen­te­archi­varis Gerrit Kou­wen­­ho­ven
Geen reactie's

Sorry, het is niet mogelijk om te reageren.