In 1726 trouwden in Epe Arent Jansz, weduwnaar uit Schaveren, met Anna Hendricks eveneens afkomstig uit Schaveren. Zij werd ook wel Heijmericks genoemd. Arent had al bezit in Schaveren, mogelijk bouwde hij daarop de boerderij. In 1732 werd hun dochter Jannigje gedoopt, waarbij het buurtschap als woonplek werd aangegeven. Haar vader overleed nog voor 1738. Anna hertrouwde dat jaar in Epe met Willem Jansen van der Vaart uit Wissel. Bij de doop van een kind in 1742 werd Willem snijder genoemd. Hij zal kleermaker zijn geweest.
In 1740 volgde de verkoop aan Jan Peeters & Willemtjen Gerrits van Loenen. Laatstgenoemden werden voor 155 gld. eigenaren van een huis en hof, gesitueerd in Schaveren. De begrenzing was: O en Z de gemene straat, W en N Reijner Willems weide. Het was een allodiaal goed, dat wil zeggen dat er geen tiend of andere rechten op de grond drukte.
Jan en Willemtjen waren kort voor de aankoop getrouwd in de NH-kerk van Epe. Beiden woonden toen in Lohuizen.
In het Haardstedenregister van 1749 werden Jan Peeters en zijn vrouw genoemd als wonende in een huis met een schoorsteen. Jan was wever. Het echtpaar kreeg geen kinderen. Hij stierf voor 1766, waarna zijn weduwe de boerderij verkocht aan Rudolph Diepentorper & Susanna Ledeboer. Volgens de akte werd het huis met hof, de slieten en het schotelrak (bouwmateriaal) voor 154 gld. verkocht. Tevens was er sprake van holtgewas op het erf. De verkoopster mocht in de kamer van het huis blijven wonen en tevens de zolder boven de kamer gebruiken. Ook hoorde bij haar vruchtgebruik een stuk van het hof met een appelboom. Na haar overlijden verviel het aan de kopers.
Sorry, het is niet mogelijk om te reageren.