29 okt Weteringdijk 101
De Mierenbelt
J 51
Veel namen van boerderijen hebben een geografische of een biologische oorsprong, zoals dierennamen bijzonderheid. De Mierenbelt behoort tot de laatste groep. Zo moet in het Emsterbroek de naam Mierenhoek zijn ontstaan waarop De Mierenbelt mogelijk gebouwd kan zijn. Naast ‘onze’ boerderij was er ook een Mierenbelt aan de Grote Wetering in Nijbroek. De geschiedenis van de Emster Mierenbelt gaat terug tot de late 18e eeuw.
Op 23-9-1764 maakten Jannis Gerrits Spaan en zijn aanstaande vrouw Derkje Cornelis huwelijksvoorwaarden, waarin bepaald werd dat de langstlevende het vruchtgebruik zou genieten. Het testament was nodig aangezien Derkje eerder getrouwd was met Gerrit Grave, waaruit een dochter Hermine Gerrits Grave was geboren. Kort daarna op 9-12-1764 traden zij in het huwelijk, waarna zij mogelijk de boerenplaats die pas later de naam Mierenbelt zou gaan heetten lieten bouwen.
Op 28-8-1780 leende het echtpaar 500 gld. van Jacob Hafkamp. Het geleende bedrag zou in vier termijnen terugbetaald worden, te starten in 1781. (Het werd uiteindelijk pas in 1802 door de erfgenamen afgelost!). Als onderpand dienden hun huis, toen ook nog niet bij naam werd genoemd, en een perceel weiland dat later de Gelderse Wei werd genoemd. Op 2-8-1782 maakte het echtpaar een testament, waarin door Jannis uitdrukkelijk bepaald werd dat zijn stiefdochter Hermine universeel erfgenaam was. In geval zijn vrouw overleed kreeg zij alle (on)roerende goederen met uitzondering van (zijn) kleren, linnen en wollen, die tot zijn lijf behoorden, want die vererfden op zijn naaste familie. Mocht Hermine overlijden zonder kinderen zou de erfenis alsnog naar zijn familie gaan.
Op 4-4-1786 verkochten Jannis Spaan en Derkje Cornelis aan hun schoonzoon Gerrit Jans Post en diens vrouw Hermina Gerrits Grave de helft van de Gelderse Wei, idem het halve plaatsje (De Mierenbelt dus), bestaande in huis, hof, zaai- en hooiland, alles gelegen op ‘t Hul, tussen de Kleine en Nieuwe Wetering (ten noorden grenzend aan Ds. Wilderink (eigenaar van ’t Hul) en zuidwaarts aan de weduwe Jan Aalberts) en nog een stuk land genaamd Kothavenshof, voor de som van 500 gld..
Gerrit en Hermina hadden tenminste drie kinderen; een overleed er in 1789, waarbij de woonplek ’t Hul werd aangegeven. Hermina overleed voor oktober 1792. Gerrit wilde hertrouwen zodat er tussen hem en de twee voogden van zijn minderjarige kinderen een erfmagescheid (boedelscheiding) werd gemaakt. Op dat moment leefde schoonmoeder Derkje Cornelis nog, zodat ook zij betrokken was bij de verdeling. Deze hield in dat Gerrit de onroerende goederen en huisraad kreeg, mede voor zijn kinderen, en dat zijn schoonmoeder bij hen zou blijven wonen. Tot aan haar dood zou zijn voorzien worden van kost, drank en kleding. De twee kinderen (Gerritje en Jan) hielden ieder recht op 122 gld. uit de erfenis van moeder.
Op 11-11-1792 hertrouwde hij met Geertruij Teunis, geboren in Epe. Zij zouden vijf kinderen krijgen: Johanna, Jannigjen, Hermijntje, Teunis en Derkjen.
In 1812 verkochten Gerrit Jans Post en Geertje Teunis, Derk Sluizeman & Gerritje Gerrits Post en Jan Gerrits Post, de boerderij aan Hendrik van Olst, die het direct doorverkocht aan het echtpaar Jonas de Weerd en Jannetje Wessels ten Hove. Dezen zouden er niet lang wonen.
In 1816 verkocht laatstgenoemde als weduwe de boerderij aan Willem Nijhof.
Het kadaster van 1832 noemde als eigenaresse Elisabeth van den Vlekkert, weduwe Nijhof. Zij hertrouwde in 1834, waarna zij een inventaris maakte wegens de rechten van haar kinderen. Haar 2e man Marten Tervelde overleefde haar. In 1840 verkocht hij de door hem geërfde zesde deel aan zijn stiefkinderen: Willemina Elisabeth en Hermen Nijhof. De eerste verkocht in 1850 haar helft aan broer Hermen, getrouwd met Bartha Kers. Zij namen 1859 een hypotheek op de Mierenbelt.
Voor 1875 verkocht het echtpaar de boerderij aan Peter van Putten & Evertje Langvoort, die al in 1875 weer verkochten aan Lammert Jan Keizer en zijn vrouw Geesje Oosterbroek. Mogelijk verhuurden zij de boerderij, want in 1895 verkocht G. Roelofs ‘op de Mierenbelt’ inboedel.
Enkele jaren later werd er verbouwd en werd er onder andere een kookhuis gebouwd. Na hermeting werd het kadastraal nummer J 1190.
In 1930 werd de boerderij verkocht aan Arend Gerrits die in 1959 delen van de grond verkocht; samen met de boomgaard werd het nu J 1390. Circa 1967 verwierf Hendrik kamphuis, transportondernemer de Mierenbelt. De boerderij werd later afgebroken om plaats te maken voor een nieuw huis.
Sorry, het is niet mogelijk om te reageren.