In 1751 leenden Willem Jans & Hendrikjen Gosens, bij de predikant van Nijbroek, 400 gulden. Als onderpand diende een huis en hof, staande op een perceel groot 2 morgen. De belending was: Oostwaarts het Emsterbroek, Westwaarts Cornelis Giels, Zuidwaarts de Nieuwe Wetering en Noordwaarts Ds. Buschman.
N.B.: In deze akte werd een fout gemaakt, want de Nieuwe Wetering lag westwaarts (zie hierna).
Willem werd genoemd in het Haardstedenregister, anno 1749, met als beroep karrenman. Hij was een van de velen die in zijn buurt dit naast landbouwactiviteiten deed.
In 1759 werd de lening afgelost door het zelfde bedrag te lenen bij buurman Ds. Wildrik, die eigenaar was van ’t Hul. De belending bleef identiek, alleen woonde nu ten noorden de geldverschaffer. In 1765 werd opnieuw 200 gulden geleend van Ds. Wildrik. In die akte werd de belending wel goed aangegeven: de Nieuwe Wetering werd nu als westwaarts van de boerderij aangegeven.
Na het overlijden van Willem werd in 1771 door zijn weduwe en de kinderen de boerderij aan ds. C.L Wildrik & Maria Antonia Greve verkocht, die daarmee hun bezittingen uitbreidden. Aangezien de familie Wildrik in Hattem woonde, zal er ongetwijfeld een pachter op deze boerderij zijn gaan boeren.
Sorry, het is niet mogelijk om te reageren.