11 feb Wiemanstraat 15
Wiemanstraat 15
M 631
Herberg De Zwaan
Auteur:
Evert de Jonge
Inhoudsopgave:
Inleiding
Een van de belangrijkste plekken in Emst is de plaats waar de zogenaamde buur(t)sprake van de marke van Emst en Westendorp werd gehouden. Op deze jaarlijkse gebeurtenis werd recht gesproken over vergrijpen binnen de marke. Meestal beperkte zich dat tot het laten loslopen van vee binnen de enk of het onrechtmatig steken van plaggen. Diverse Emstenaren maakten zich schuldig aan dergelijke vergrijpen. Zij kregen voor dergelijke vergrijpen een boete van de buurtschout.
Volgens een van de weinig bewaard gebleven archiefstukken van de Emstermarke vond dit jaarlijkse feest in de 18e eeuw plaats bij Lubbert ten Holte. Hij exploiteerde op de driesprong Brinkerweg / Wiemanstraat een herberg. Bij goed weer zal de buurtsprake buiten en bij slecht weer in het etablissement zijn gehouden. Hierbij kon het nuttige met het aangename verenigd worden, want met het geld van de boetes werd bij Ten Holte bier gekocht dat op de buurtsprake werd genuttigd. De beboete Emstenaren dronken dus op eigen kosten!
In de herberg werden ook de vergaderingen van het markebestuur gehouden. De buurtschout en twee gezworenen overlegden twee tot vier maal per jaar, steevast bij Ten Holte.
Met zekerheid was Ten Holte een herbergier, maar de herberg was ouder. Uit de archieven zijn de namen van de bezitters van het perceel waarop de herberg stond te volgen vanaf de 17e eeuw.
Winkel annex herberg
Het echtpaar Oreijn-Ten Holthe exploiteerde een winkel annex herberg. In een hypotheekakte van 1831, waarin de woning als onderpand diende, werd Orein alleen winkelier genoemd.
Bij zijn overlijden, 1844, vererfde al het bezit op zijn (enige ) dochter. Het totale onroerende goed, waaronder M 631 ( groot 7.40 aren), was in totaal ca. 4 ha. Opvolgster was dochter Maria Johanna Orein, geboren 1811, die 1834 trouwde met Roebert Vorsthof (1807-1869). De helft was toen nog in bezit van moeder Aartje van Holten, met wie zij en haar man in 1849, hypotheek namen op de boerderij. Het is mogelijk dat de herberg toen al gesloten was, want bij de aangifte van de geboorte van diverse kinderen werd Roebert landbouwer genoemd.
Er zijn oorzaken aan te wijzen dat de herberg niet meer rendabel was. Allereerst voltrok zich tussen 1860-1870 de verdeling van de markegronden, waarna de vergaderingen minder belangrijk werd. Verder nam door de aanleg van de nieuwe straatweg van Hattem- Het Loo het verkeer op oude routes af. Daarnaast werd op het kruispunt Stationsweg/Hanendorperweg/Hoofdweg de kerk gebouwd en exploiteerde Wolter Tellegen daar een herberg. Het ‘zwaartepunt’ van Emst en Westendorp verplaatste zich.
In 1869 overleed Roelof. De weduwe Maria Johanna en haar in 1848 geboren zoon Hendrik Vorsthof exploiteerden nu alleen een boerderij. Hij zou in 1878 in het huwelijk treden met Rijkje Bosch. Hij overleed in 1901, waarna zijn kinderen de boerderij aan Reinder Jonker Reindersz en Willem Jonker Gerritsz verkochten.
In 1906 werd er door vereniging van percelen een nieuw kadastraal nummer aan het pand gegeven namelijk M 2656. De neven Jonker werden het in 1911 eens, zodat Willem Jonker Gerritsz alleen eigenaar werd. Hij liet in 1913 verbouwen, waarna geheel volgens de heersende opvattingen in deze periode er een apart kookhuis werd gebouwd.
Uit zijn huwelijk met Evertje van Westerveld werd onder andere een zoon geboren: Gerrit Jonker die in 1927 trouwde met Hendrika Geertruida van der Veer. De boerderij zou later eigendom worden van hun dochter Evertje Johanna Jonker, die getrouwd was met Aart Bosch.
Thans staat er een modern huis op de plek van de boerderij.
De Zwaan?
De naam De Zwaan komen we niet tegen in de archieven al is het een typische herbergnaam. In Epe stond ook een herberg met die naam. Hoe weten we dan zeker dat de naam De Zwaan aan deze plek verbonden is?
Aan Henk Kloezeman is het volgende verteld:
Aart Bosch en zijn vrouw hebben de boerderij laten verbouwen door aannemersbedrijf De Wilde van het Vlekkertseveld. In het oude huis zaten toen nog togen uit de tijd dat er een café / herberg was gevestigd die De Zwaan droeg.
Op het erf werd tijdens de verbouwing een keitjesvloer gevonden waarop afbeeldingen stonden. In mozaïek waren er twee figuren afgebeeld: een man en een vrouw (in de dracht van de 17e eeuw). Ze lagen aan de voorkant tussen de voorgevel en de tuin van de oude boerderij .
Nu was dat niet ongewoon om afbeeldingen in keitjes te leggen in vooral Saksische streken (Achterhoek, Twente, Veluwe enz.). Ze versierden de boerderij, huis of herberg. Figuren in de vorm van personen kwamen echter niet zo veel voor.
Volgens de fam. Bosch was er ook een naam zichtbaar: er werd gedacht aan Doorn, maar zeer waarschijnlijk zal dat Dorre zijn. En dan zijn we weer bij het begin van het verhaal!
Dit alles is geruimd met de sloop en nieuwbouw van de boerderij een aantal jaren terug.
Sorry, het is niet mogelijk om te reageren.