Wiemanstraat 8

Wiemanstraat 8

Wiemanstraat 8
M 581

Auteur:
Evert de Jonge

Inhoudsopgave:

    Inleiding

    In Emst werd op grote schaal hop verbouwd. De grond op de enk was hier zeer geschikt voor. In het najaar werden de hopbellen geplukt en opgeslagen in hopeesten. Daar werd de hop drooggehouden tot dat de brouwer een bestelling plaatste en kon er geleverd worden. Helaas zijn er in onze streken geen hopeesten bewaard gebleven.

    De beschreven boerderij had op het erf zo’n hopeest staan.

    Wiemanstraat 8

    Timmermannen

    Wanneer deze boerderij is gebouwd, is niet zeker. De oudste bekende bewoners waren het echtpaar Jacob Cornelis Timmerman & Hendrikje Aarts. Zij woonden er al in 1710, want toen werd Jacob als aangrenzende buurman genoemd bij een transactie. Hij overleed voor 1736. Hendrikje leefde langer, maar overleed eveneens voor 1736.

    Vier van hun kinderen leefden toen nog. Drie van hen, Janna Jacobs, Grietje Jacobs, & Melis van Geldenberg, wonende te Amersfoort en Dirkje Jacobs & Jan Ebing, verkochten hun deel van de erfenis aan hun broer en schoonzuster Cornelis Jacobs Timmerman & Rijckjen Rijks (van Essen), die al een deel in hun bezit hadden. Op hun beurt verkochten de laatsten aan hun zuster een deel van een andere woning.

    Cornelis en zijn vrouw werden nu alleen eigenaren van de boerderij, die omschreven werd als een huis met een hof, waarop dus ook een hopeest stond. Het geheel lag aan Lobrink, met als buren: O: Berent Herms, W: Jan Teunis, Z: een gemeenschappelijke weg en N: de weduwe van Jan Egberts metselaar.

    Het is aannemelijk dat Cornelis & Rijckjen al vanaf hun huwelijk – dat gesloten zal zijn kort voor 1730 (hiaat trouwboek) – in de boerderij woonden. Zij kregen zes kinderen, waaronder Richert, die in 1743 werd gedoopt in de kerk van Epe. Nog in 1749 woonden Cornelis & Rijckjen in de boerderij. Cornelis overleed in 1783.

    Nog voor 1781 werd de al genoemde zoon Richert de nieuwe eigenaar. Hij nam de naam van zijn moeder aan: Van Essen. Deze familienaam, afkomstig uit Gortel, werd ook via vrouwelijke lijnen doorgegeven. Hierdoor ontstonden in Epe meerdere families Van Essen.

     

    Van Essen

    Richert was in 1776 getrouwd met Johanna Torsius, dochter van schoolmeester Jacob Torsius en diens vrouw Maria Brouwers. Zowel in 1781 als 1784 leende het echtpaar met de boerderij als onderpand.

    In de bewonerslijst van 1811 werd hij genoemd. Zijn beroep was timmerman.

    Hij overleed in november 1818, zij is 1819. Volgens de Memorie van successie bezat het echtpaar naast de boerderij met het erf, een half mud land gelegen aan de Lobrink, nog vier schepel zaailand en drie morgen weiland.

    Na hun overlijden werden de kinderen, waaronder Jacob, Hendrik en Peter van Essen, eigenaren. Na een boedelscheiding in 1827 werden alleen de laatste twee genoemd en tot slot registreerde in 1832 het kadaster alleen Peter als eigenaar.

    Deze overleed in 1863, waarna de boerderij werd geregistreerd op naam van zijn neef Richard van Essen, zoon van Hendrik van Essen en Willempje Vijge, en niet-genoemde mede-erfgenamen. De laatste partij werd in 1870 uitkocht, waarna Richard volledig eigenaar werd.

    De in 1840 geboren nieuwe eigenaar trouwde in 1865 met Geertje Kers, dochter van Berend Kers en Jacomina Struikenkamp. Na haar overlijden in 1872 hertrouwde Richard met Janna Huiskamp, dochter van Hermen Huiskamp en Reintje Kamphuis. Uit zijn twee huwelijken werden acht kinderen geboren, enkele stierven er jong. In 1876 werd het huis in tweeën gesplitst en kadastraal opnieuw genummerd in M 1956 en M 1957. In 1912 werden de twee huizen verkocht aan Peter Brummel Jansz & Johanna Slijkhuis.

    Brummel

    De nieuwe eigenaren waren in 1903 getrouwd. Hij was in 1871 in Epe geboren als zoon van landbouwer Jan Brummel en Hendrika Oosterbroek, zij in 1870 in Ermelo, dochter van boswachter Albert Slijkhuis en Jannetje Bronkhorst.

    Huis M 1956 werd in 1930 gesloopt en volgde er herbouw, waarna beide huizen in 1937 werden verkocht aan de zoon Albert Brummel Petersz en zijn vrouw Hendrika Braakman. Zij verenigden de twee huizen weer tot een geheel. Er kwam een nieuw kadastraal nummer: nummer M 2969, waarbij ook een kookhuis hoorde. Vader Peter overleed in 1938, zijn vrouw in 1961.

    Na het overlijden van Albert verhuisde Hendrika naar Vaassen. De boerderij werd in 1969 verkocht aan Alida Cornelia van der Lans, onderwijzeres, afkomstig uit Haarlem. Zij was buiten gemeenschap van goederen getrouwd met Maarten Oskam.

    Bronnen:

    HGA:
    Memorie van Successie, Kantoor Hattem
     
     

    Boerderijen en woonhuizen – Wiemanstraat

    Geen reactie's

    Sorry, het is niet mogelijk om te reageren.